MYC 1.6 Candida retinitis/endophthalmitis
Adviezen
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Opmerking:
Bij endophthalmitis (glasvochtinvasie) tevens vitrectomie met achterlaten van intravitreaal amfotericine B (deoxycholaat) 5-10 µg/0,1 ml of Intravitreaal voriconazol 100-200 µg/0,1ml |
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Opmerking:
Overleg arts-microbioloog/infectioloog |
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Medicatie: fluconazol iv oplaaddosis 800mg, 400mg 1dd |
Opmerking:
Duur: afhankelijk van beloop, ten minste 6 weken indien er sprake is van een candidemie ook een echinocandine toevoegen, zie ook MYC1.1 candidemie Indicatie step-down behandeling, zie* |
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Medicatie: voriconazol iv oplaaddosis 6mg/kg, 4mg/kg 2dd |
Opmerking:
Voriconazol 6 mg/kg 2dd op dag 1, gevolgd door 4 mg/kg 2dd op dag 2 en verder. Duur: afhankelijk van beloop, ten minste 6 weken indien er sprake is van een candidemie ook een echinocandine toevoegen, zie ook MYC1.1 candidemie Indicatie step-down behandeling, zie* |
Prioriteit | Medicatie | Opmerking |
---|---|---|
Prioriteit: 1e keus |
Medicatie: amfotericine B liposomaal (Ambisome) iv 3mg/kg 1dd +
flucytosine iv 25mg/kg 4dd |
Opmerking:
Duur: afhankelijk van beloop, ten minste 6 weken
Bij flucytosine is TDM noodzakelijk: Flucytosine (5-FC) (tdm-monografie.org) Flucytosine is gecontra-indiceerd bij patiënten met dihydropyrimidine dehydrogenase (DPD) deficientie. Vooraf testen is echter niet noodzakelijk gezien de zeldzaamheid van deze deficiëntie. |
Bronnen
TDM Alert
Antimicrobiële middelen
De volgende antimicrobiele middelen zijn verwerkt in deze adviezen:
Externe referenties
Categorie
Metadata
Swab vid: G-144204.7
Bijgewerkt: 04/21/2022 - 14:40
Status: Published
Algemene opmerkingen
Orale step-down behandeling in overleg met MDO mycologie
Indien er sprake is van een candidemie ook een echinocandine toevoegen, zie ook MYC 1.1 candidemie
* Na ≥5 dagen echinocandine en bij klinische verbetering, hemodynamisch gestabiliseerde patiënten, negatieve follow-up bloedkweek, aangetoonde gevoeligheid. Dit geldt niet voor C. glabrata, C. krusei, of bij patiënten met Candida endocarditis, intravasculaire candidiasis, niet-verwijderde centrale veneuze lijnen of prothese-geassocieerde candidiasis.